Gezin Centraal in het MPG-onderzoek

Elke professional in de jeugdsector heeft de wens dat zijn of haar hulpverlenend handelen aantoonbaar verschil maakt voor de jongeren en gezinnen die ze begeleiden. Maar hoe kun je weten of dat datgene wat je doet ook echt werkt? Wel of niet evidence-based werken is geen discussie meer in de jeugdzorg. De vraag is eerder hoe dit vorm kan krijgen in de praktijk.

Momenteel is een breed scala aan hulpprogramma’s of interventies voor specifieke doelgroepen of problemen op het gebied van jeugd- en gezinshulp die erkend zijn en daarom opgenomen in de databank effectieve interventies (DEI), die door het NJi wordt beheerd. Het zijn er nu 220 en daar zal het niet bij blijven.

Behouden we met deze veelheid aan programma’s het overzicht nog? Hoe moeten bestuurders bepalen welk programma ingekocht zou moeten worden om de jeugdhulp in hun gemeente of regio op peil te houden.

In de sector is de roep om het aantal ‘interventies’ in te dikken. Deze indikwens heeft geleid een onderzoek naar interventies voor gezinnen met zware opvoedproblemen en multiprobleemgezinnen, dat vanaf medio 2016 van start gaat. In de wandelgangen het MPG-onderzoek genoemd.

Acht interventies die zich bezighouden met deze doelgroep, die reeds onderzoek gedaan hebben en zijn opgenomen in de DEI vormen het uitgangspunt. Gezin Centraal is, en dat melden we niet zonder trots, een van die programma’s. De andere programma’s zijn: IAG, FF, MST, PMTO, MDFT, 10 voor Toekomst en Triple P niveau 4-5. Het onderzoek heeft als doelstelling om de werkzame gemeenschappelijke elementen te vinden in het handelen van professionals binnen deze programma’s. Het eindresultaat is, naar we hopen, kennis over wat er precies bij welke cliënten en hulpvragen, wel en niet werkt. Niet op programma- maar op handelingsniveau. De vraag wat dat gaat betekenen voor de verdere ontwikkeling van evidence-based werken in de jeugdsector is een zeer boeiende.

Het onderzoek wordt uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen Universitair Medisch Centrum Groningen, het Nederlands Jeugdinstituut, Praktikon en de Radboud Universiteit Nijmegen, in samenwerking met instellingen en kenniscentra in Nederland die één of meerdere van de acht interventies aanbieden.