Gezinnen begeleiden met de Gezin Centraal methodiek leidt tot aanzienlijke vooruitgang bij gezinnen!

In 2022 is een procesevaluatie uitgevoerd voor de methodiek Gezin Centraal. Aan deze evaluatie hebben 9 instellingen in Nederland en België meegewerkt. En van de vragen in de evaluatie was: wordt de doelgroep waarvoor Gezin Centraal bedoeld is bereikt? En is er succesvol gewerkt aan de doelen met de gezinnen? Uit een analyse van hulpvragen waarmee de gezinnen aangemeld werden bij de verschillende instellingen wordt duidelijk dat er voornamelijk gewerkt wordt aan doelen met betrekking tot opvoedvaardigheden en communicatie binnen het gezin (46% van de doelen zijn hierop gericht). Op de tweede plaats komen doelen met betrekking tot het gedrag en de vaardigheden van de jeugdige (33%). De overige werkdoelen komen minder vaak aan bod, zoals de samenwerking tussen partners/ ouders (4%), het verbeteren van materiele en sociale omstandigheden (4%) en tot slot het versterken van het vermogen om steun uit het sociale en professionele netwerk te organiseren (3%). De overige 9% van de doelen waren gericht op informatie verzamelen of andere doelen die niet direct gerelateerd waren aan gezin Centraal. 

Om de doelen van de gezinnen te evalueren hebben we de evaluatie van de doelen van verschillende Nederlandse en Vlaamse organisatie geanalyseerd (n=709). Daardoor zijn de GAS-scores (Goal Attainment Scaling) of vergelijkbare beoordelingen gebruikt. Trajecten met uitval (n=14) zijn niet meegenomen in de analyse.

Uit de analyse blijkt dat een ruimte meerderheid van de doelen waaraan is gewerkt, bij afsluiting wordt beoordeeld met een GAS -score van 1 of 2, wat betekent dat het doel grotendeel of volledig is behaald. Dit geldt voor 87% van de doelen bij Nederlandse organisaties en 78% van de doelen bij  Belgische organisaties. Voor de overige doelen is geen verandering of zelfs verslechtering van de situatie gerapporteerd.

Het meest positieve oordeel over de bereikte doelen komt van de gezinsleden zelf. Moeders zijn daarbij het meest positief (94% van de doelen deels of geheel behaald), gevolgd door vaders (88% deels of geheel behaald) en tot slot de jeugdigen (85% deel of geheel behaald). Ook de gezinshulpverleners zijn positief, zij het iets minder dan de gezinsleden (76% van de doel deel of geheel behaald).

De hulpverlening met de methodiek Gezin Centraal boekt dus aanzienlijke vooruit bij het helpen van gezinnen en het behalen van hun doelen. Deze resultaten zijn een bron van inspiratie en motivatie voor de instellingen en ons team bij de ondersteuning van de gezinnen.

De gehele procesevaluatie is op te vragen via info@gezincentraal.nl

 

 

Hoe blijven wij samenwerken en regie houden bij gezinnen?

Aandachtspunten vanuit Gezin Centraal met betrekking tot gezinsgecentreerd werken tijdens de Corona crisis.

Bij gezinsgecentreerd werken wordt de nadruk gelegd op de samenwerking tussen ouders en hulpverleners. Nu met de maatregelen omtrent het Corona virus is het een extra uitdaging om gezinsgecentreerd te werken. Het werk vormgeven op de groep en omgaan met fysieke veiligheid van de medewerkers en jeugdigen stelt extra eisen aan het werk. Ook bezoekregelingen worden aangescherpt. Op de website van het NJI (www.nji.nl/coronavirus) worden professionals geadviseerd niet tot een bezoekersstop over te gaan. Juist omdat bezoek van familie leidt tot verlaging van stress en stabiliteit verhoogt in een periode waarin ouders en kinderen zich extra zorgen maken. Het is aan de organisaties om hierin passende afwegingen te maken.
Voor de professional betekent deze periode dat er meer tijd wordt genomen om gevoelens te erkennen en frequent contact te hebben met gezinnen. Van een aantal professionals horen we dat ze vaker in de week kort bellen met de gezinnen/ouders. Om even te checken hoe het is met ze. Gezinnen geven aan dit als erg prettig en steunend te ervaren.
Bij gezinsgecentreerd werken gaat het over meer dan contact hebben met gezinnen. De familie blijft een belangrijke rol innemen in de besluitvorming omtrent de jeugdige en ouders worden erkent als expert in de toestand en behoeftes van hun kind. Gezinsgecentreerd werken is een belangrijk werkend bestanddeel van het werken vanuit het gedachtegoed van Gezin Centraal.
De samenwerking tussen gezin en residentie is herkenbaar op een aantal gebieden (Geurts et al., 2012):

  1. Aanwezigheid van gezinsleden op de groep (maaltijden, telefoongesprekken)
  2. Meebeslissen over eigen kind (regels, routine, keuzes t.a.v. ontwikkeling van het kind)
  3. Interventies gericht op versterken vaardigheden van ouders en versterken interacties onderling
  4. Communicatie met gezinsleden/ sociaal netwerk en het delen van informatie

Als we de vier gebieden van gezinsgecentreerd werken onder de loep nemen, blijkt dat veel nog goed mogelijk is in deze tijd, zij het op aangepaste wijze.

1. Aanwezigheid van gezinsleden op de groep (maaltijden, telefoongesprekken). Verschillende behandelgroepen hebben strakkere afspraken gemaakt over bezoeken op de groep. Ook kunnen niet alle jeugdigen gemakkelijk naar huis. Beeldbellen is een goede oplossing voor het contact. Gewoon even kletsen, samen een serie kijken, samen koken en eten. Dit voelt in het begin misschien wat ongewoon voor de jeugdige en het netwerk. Ze hebben daarom ook wat extra stimulans nodig om dit echt uit te gaan voeren. Het is versterkend voor de verbondenheid en betrokkenheid tussen gezinsleden als ze ook zicht houden op hoe het met elkaar gaat in het dagelijks leven. Laat de behoefte van de gezinsleden leidend zijn in de frequentie en duur van de contacten, om het contact zo laagdrempelig mogelijk te maken. Ook kan het sturen van een kaartje uit het gezin een manier zijn om te laten weten dat er door het netwerk aan de jeugdige gedacht wordt.

2. Meebeslissen over eigen kind (regels, routine, keuzes t.a.v. ontwikkeling van het kind). De maatregelen voor sociaal afstand nemen leggen veel stil, maar ook veel gaat gewoon door. De keuze maken voor een middelbare school, een vakkenpakket kiezen, in- en/of uitschrijven voor sportclubs… Ook een broek kopen kan nog steeds online. En de vraag of de jeugdige mag buitenspelen? Allemaal beslissingen die juist in deze tijd genomen moeten worden. Blijf al dit soort beslissingen in goed overleg met de familie nemen. Neem tijd met elkaar om meningen hierover uit te wisselen en gezamenlijk tot een besluit te komen. Ook is er op de groepen veel aangepast ten aanzien van de structuur en het dagprogramma. Daarnaast worden ineens schoolactiviteiten van de groepsleiding gevraagd. In hoeverre lukt het om ouders in de keuzes en activiteiten mee te laten denken en helpen?

3. Interventies gericht op versterken vaardigheden van ouders en versterken interacties onderling. Het online werken is in een stroomversnelling gekomen. Er blijkt veel meer mogelijk dan we eerst dachten. Zo kan je gemakkelijk online doelgericht werken en het groeiproces voortzetten. Een mooi advies over het hoe en wat van online werken aan vaardigheden wordt in het stuk van PI Research over onlinebehandeling gegeven (zie bijlage hieronder).

4. Communicatie met gezinsleden / sociaal netwerk en delen van informatie. Het zien van brusjes, klasgenoten of vrienden en vriendinnen van (sport)clubs zal gemist worden door de jeugdigen. Ook hier geldt: alle contacten zullen meer online plaatsvinden. Ook dit vraagt weer een aanpassing van de regels omtrent beeldschermgebruik. Maak ook afspraken met ouders over het voorlichten van de jeugdige over Corona, de maatregelen en gevolgen. Wie vertelt wat?

Belangrijk is dat de medewerkers goed voor zichzelf zorgen! En dat teams goed voor zichzelf zorgen. Pas dan kan je goede zorg bieden aan de jeugdigen en hun gezin.

Training Gezin Centraal: wat heb je er aan?

“Ik ben blij dat ik heb volgehouden”

Iris, basispsycholoog bij jeugd en gezinsteam Noordwijkerhout, vanuit GGZ Rivierduinen

“Normaal begin ik gewoon. Normaal gaat mijn taxi gewoon rijden, zonder dat ik eigenlijk precies weet waar we heen gaan. Sinds ik getraind ben in Gezin Centraal, focus ik me er op om vanaf het begin samen met de gezinsleden doelen op te stellen. Het inzicht in de manier waarop we allemaal een samenwerkingsrelatie met elkaar hebben, heeft me erg geholpen. Ik laat ouders en kinderen zelf hun doelen formuleren en als ze dit nog niet kunnen, ga ik eerst aan de slag met onze samenwerkingsrelatie om ze richting een werkbare hulpvraag te begeleiden. Je hebt immers het hele gezin nodig als je de doelen wilt kunnen bereiken! Tegenwoordig start die taxi dus niet zomaar meer, maar nemen we eerst tijd voor de vraag: Waar wil je naartoe? Ik merk dat we door een gedegen start sneller het traject kunnen doorlopen en dat iedereen betrokken is. Zeker ook wanneer er een combinatie is van groep en ambulant werk. Iedereen in de omgeving van het kind gaat aan de slag!” 

Het oog hebben voor het betrekken van alle gezinsleden, rekening houdend met de verschillende samenwerkingsrelaties, kwam voor Iris ook terug in een gezin met scheidingsproblematiek waarbij de biologische vader bij aanmelding niet betrokken was. Gescheiden ouders waarvan de dochter van 8 jaar problemen had met haar boosheid verwerking en moeder met de schuldvinger naar haar ex-partner wees, de vader van dochter. Ook de dochter dacht niet dat het mogelijk zou zijn om met haar vader te spreken. Vader was in Duitsland gaan wonen en ze voelde zich verlaten. Iris: “Het hielp dat ik vanaf de start duidelijk heb aangegeven dat ik met beide ouders zou werken. Vader was hier niet zo happig op, hij had geen hulpvraag. Ik respecteerde zijn starthouding, maar ben hem tegelijkertijd tijdens het proces toch blijven betrekken door hem steeds een terugkoppeling te geven en te informeren over de gesprekken en hulpverlening. Daarbij bleef ik telkens de focus op zijn dochter houden en sprak in het belang van haar en hoe zijn betrokkenheid van meerwaarde zou zijn voor zijn dochter. Ik merkte dat hem dit steeds meer motiveerde.”

Hoe is het afgelopen?

Vader blijven betrekken en investeren in de samenwerkingsrelatie wierp zijn vruchten af. Iris: “Uiteindelijk stond vader open om een gesprek met zijn dochter te voeren over de scheiding. In het gesprek heeft vader zijn verhaal kunnen vertellen over de scheiding. Uiteindelijk was het een luchtig en mooi gesprek waarin we zelfs konden lachen met elkaar.”

Na het gesprek met vader zag Iris de dochter snel vooruitgaan. De dochter had na het gesprek minder boze buien en verschuilde zich minder vaak in een slachtofferrol. Iris: “Het verhaal van het kind werd compleet. Waar ze eerst alleen moeders verhaal hoorde, had ze nu ook haar vaders eigen uitleg gehoord. De boodschap van betrokkenheid en liefde die haar vader hiermee gaf was heel helend voor haar. Ze had nooit gedacht dat het mogelijk was om hier met haar vader over te praten of dat hij deze moeite wilde nemen. Voor mezelf was het ook heel verfrissend om te zien hoe goed deze vader aansloot bij zijn dochter en hoe mooi hij contact met haar wist te maken. Soms zitten we zelf ook vol vooroordelen door enkel van één kant een verhaal ter harte te nemen en aan de slag te gaan. Door dit gesprek werd ook mijn eigen negatieve verhaal over vader ontmanteld.”

“Ik vond het een praktische training waarin we duidelijke handvatten kregen. Werken volgens Gezin Centraal geeft een leidraad voor je hulpverleningstraject van begin tot eind. Het verweeft zich met je eigen werkwijze. Per doelgroep kan je technieken inweven. De methodiek geeft structuur en zorgt dat je als hulpverlener een duidelijk plan hebt. Je wilt gezinnen activeren en samen werken aan hun doelen.”